Foto ter illustratie
De bunkers in Nederland werden zaterdag op Bunkerdag opengesteld voor publiek, maar op Vlieland is het nu vijf keer per week mogelijk om de bunkers te bezoeken, dankzij de inzet van tienduizenden vrijwilligersuren. Marc ter Ellen, staande op een betonnen mitrailleurnest in de duinen van Vlieland, wijst erop hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitsers hier een 180 graden vrij uitzicht hadden over de Noordzee.
De betonnen fundering was tot een paar jaar geleden bedolven onder bijna 6 meter zand, maar nu kunnen bezoekers zich op Bunkerdag vergapen aan het complex waarin het Bunkermuseum is gevestigd.Widerstandsnest 12H, dat zes bunkers, vijf houten schuilplaatsen en een lang loopgravenstelsel omvat, werd gereconstrueerd en onderhouden met de hulp van tientallen Vlielander vrijwilligers. Voormalig directeur van bezoekerscentrum De Noordwester, Ter Ellen, geeft toe dat zelfs hij niet op de hoogte was van de bunkerstelling totdat het idee om het complex op te graven werd geopperd door hem en zijn medewerker Dirk Bruin.
Pas in 2017 kreeg de uitwerking wat vorm
Het duurde tot 2017 voordat het idee werkelijkheid werd vanwege beperkingen vanuit Natura 2000 regelgeving en het Waddenfonds, een belangrijke financier, had bedenkingen bij het toegankelijk maken van de bunkers op andere Waddeneilanden en de Waddenkust.
Meer dan zeventig vrijwilligers hielpen bij het blootleggen van het complex, waarbij de conciërge ervoor zorgde dat ook de jeugd een bijdrage leverde. Hoewel de vondsten aanvankelijk tegenvielen, waaronder serviesgoed en een inktpot, werd later veel munitie ontdekt. De afvalbuil, die waardevol is voor het verkrijgen van informatie, is echter nog niet gevonden. Een team met speciale apparatuur gaat binnenkort op zoek naar de plek.
Het hele eiland doet mee met het project
Het bunkercomplex aan de noordkant van Vlieland, net ten westen van de vakantiehuizen, was niet helemaal verborgen. In de jaren zeventig gebruikten jongeren één bekende bunker, de keukenbunker. Volgens Ter Ellen klommen de jongeren er van bovenaf in en bevoorraadden ze de bunker met kratten bier met behulp van tractoren en karren. De bunker werd echter op last van de plaatselijke horeca gesloten, omdat het hen te veel inkomsten kostte.
Rijkswaterstaat vulde de bunker met zand.Als je door het gerenoveerde complex loopt en langs de loopgraven, schuttersputten en geschutsopstellingen loopt, waan je je in de eerste helft van de jaren veertig. Vanaf een uitkijkpunt kijken Ter Ellen en Botjes met een telescoop over de Noordzee, want de positie werd voornamelijk gebruikt om Britse vliegtuigen op weg naar Duitsland te spotten. Sommige van deze vliegtuigen werden daadwerkelijk neergeschoten, zoals blijkt uit de 64 oorlogsgraven in het dorp Oost-Vlieland, die herinneren aan de geallieerde vliegeniers die door de Duitsers werden gedood.
Ter Ellen legt uit dat de Duitsers erg paranoïde waren en de Atlantik Wall opzetten, een verdedigingslinie van meer dan 5000 kilometer van Zuid-Frankrijk tot het uiterste noorden van Noorwegen, omdat ze overal een invasie vreesden. Het lijkt echter onlogisch dat je op Vlieland aan land kunt komen, 1200 meter over het eiland kunt lopen en dan weer 32 kilometer water tegenkomt.